Dit kleine museum in de oude watermolen van Charleville-Mézières telt twee verdiepingen. Op de begane grond bevindt zich de vaste collectie die bestaat uit kopieën van brieven en manuscripten en een paar originele gebruiksvoorwerpen.
Alle bekende foto’s van Rimbaud zijn in de tentoonstelling opgenomen, aan weerszijden van de centraal opgestelde replica van de Rimbaud-buste die zich voor het station bevindt. In een tweetal kleine vitrines zijn onder andere een eerste uitgave van Une saison en Enfer, Rimbauds reisbestek, wat kleding en de koffer van de dode dichter te bewonderen. Een recente aanwinst vormt het oude vestzakhorloge dat Rimbaud gedragen zou hebben.Via een trap is de eerste verdieping te bereiken waar in wisselende tentoonstellingen het fenomeen Rimbaud belicht wordt.
Arthur Rimbaud, Frans dichter, (Charleville, 20 oktober 1854 – Marseille, 10 november 1891)
Op het gymnasium was hij een uitblinker, maar voor zijn eindexamen verliet hij de stad om na diverse omzwervingen uiteindelijk in Parijs en in de armen van de tien jaar oudere Paul Verlaine te belanden, die zeer onder de indruk was van de zestienjarige knaap en diens lange gedicht ‘De dronken boot’. Arthur Rimbaud was onweerstaanbaar, maar door en door slecht. Waar hij verscheen gingen vriendschappen te gronde, liepen huwelijken op de klippen en braken vechtpartijen uit. Verlaine belandde zelfs in de gevangenis nadat hij zijn vriend met een pistoolschot had verwond.
Op zijn negentiende zwerft Rimbaud door Europa en vertrekt dan naar Afrika. In 1891 keert hij terug naar Frankrijk waar zijn rechterbeen geamputeerd wordt. Waarschijnlijk een bijwerking van de syphillus die hij opgelopen had.
Rimbaud was een vertegenwoordiger van het symbolisme en decadentisme, één van de grote vernieuwers van de dichtkunst en voorganger van het latere surealisme in Frankrijk.
C’est un trou de verdure, où chante une rivière Accrochant follement aux herbes des haillons D’argent; où le soleil, de la montagne fière, Luit: c’est un petit val qui mousse de rayons.Un soldat jeune, bouche ouverte, tête nue, Et la nuque baignant dans le frais cresson bleu, Dort; il est étendu dans l’herbe, sous la nue, Pâle dans son lit vert ou la lumière pleut.Les pieds dans les glaïeuls, il dort. Souriant comme Sourirait un enfant malade, il fait un somme: Nature, berce-le chaudement: il a froid.Les parfums ne font pas frissonner sa narine. Il dort dans le soleil, la main sur sa poitrine Tranquille. Il a deux trous rouges au côté droit. Arthur Rimbaud (1854-1891 Le Dormeur du val |
Een kuil vol groen waar een rivier door zingt die ’t kruid met flarden zilver onbesuisd bespat; vanaf het fier gebergte blinkt de zon: een klein dal dat van stralen bruist.Een jong soldaat, blootshoofds, met open mond, de nek in blauwe kers gedompeld, ligt in openlucht te slapen op de grond bleek in zijn groene bed vol plenzend lichtZijn voeten in het lis, zo slaapt hij. Zwakjes lachend zoals een ziek kind, soest hij zachtjes: Natuur, wieg hem vol warmte: kou heeft hijDe geuren doen zijn neusvleugels niet trillen; hij slaapt in de zon, één hand op zijn stille borst, rechts twee rode gaten in de zij. De Slaper in het dal – Vertaling Paul Claes |
Website: www.charleville-mezieres.fr
Meer informatie over Charleville op de pagina: Charleville-Mézières.