Bazeilles-sur-Othain – Une histoire d’eau, fontaine des chasseurs en amont du pont
U staat aan de oever van de Othain bij de bron van de jagers uit de 19e eeuw.
Voor u ziet u de 18e eeuwse brug. In de laatste oorlog zijn 2 van zijn bogen verwoest. De stenen liggen in het water en wachten op een hypothetische wederopbouw. Voordat de brug er was gingen de koetsen de doorwaadbare plaats bij de longwe.
Aan de andere kant van de brug ziet u de molen en hier tegenover aan de oever van de Othain een tweede bron die de oude bron wordt genoemd. En in feite de oudste die buiten een prachtig geraamte ook een zeldzaam toilet uit die tijd bezit.
Over deze bron bestaat een anekdote:
in de 19e eeuw werd zoals in zo vele dorpen het kerkhof verhuisd. Jammer genoeg is het terecht gekomen op de plaats van de ondergrondse voeding van de bron, zodat men in het dorp zei: U moet dit water niet drinken de doden worden er in gewassen.
Na de laatste oorlog is de molen gestopt met malen en zijn de wasvrouwen opgehouden met wassen bij de oude bron.
Voor de brug staat een abreuvoir met leeuwenkop. Er zijn er vier verspreid over het dorp en ze zijn geïnstalleerd in 1923 om het bronwater uit de bron naar Cranière te verspreiden, dat sinds 1892 werd gewonnen en later diende de verbinding tussen de kuipen als eerste stromend water netwerk voor de huizen van het dorp.
Twee kleine alleenstaande gebouwtjes in de tuinen boven en onder de brug waren looierijen die gebruik maakten van het water uit de rivier. Met de huiden werden handschoenen en broeken gemaakt. In de Rue du Moulin stonden een pannenbakkerij en een oliemolen.
Rechts achter de kerk ziet u een groep boerderijen rond een vierkant plein. Hier stond het voormalige kasteel van Bazeilles-sur-Othain.
Het was eigendom van de familie de Laval, heer van de streek sinds de 10e eeuw. Het kasteel zou in 1880 zijn verwoest. De grootste boerderij van de binnenplaats van het kasteel is behouden gebleven.
In de middeleeuwen, in 1463 vond op deze plek de heksenverbranding plaats.
De genoemde veroordeling voorgelezen en uitgesproken door de genoemde maître François, inquisiteur voor het kasteel van Laval in aanwezigheid van de weleerde Jehan de Charpentrel, priester, pastoor van Torgny en deken van de christengemeente van Juvigny en verschillende anderen tot aan 2000 personen en meer. François de Laval , gewapend te paard als heer van de streek liet executeren, verbranden de genoemde vrouwen op zijn gebied en landgoed. Te weten:
Ysabel la Braconnière, Alix vrouw van Regnesson, Isabelle voormalige vrouw van Langerang, als verdachten beschuldigd van trouweloosheid en hekserij. Ze zijn ook door hun eigen bekentenissen schuldig bevonden. Veroordeeld en berecht door de goddelijke uitspraak schulden ontrouw, heksen die de duivel aanroepen. Heksen die de duivel aanroepen. Zij hebben de goddelijke macht en de hele goddelijke hofhouding beledigd. Ze zijn afvallig verklaard, geëxcommuniceerd en afgescheiden van de kudde van de heilige kerk.
In het koor van de kerk is een zeldzaam schietgat in kruisvorm te zien om pijlen te schieten.
Aan de overkant op nr. 1 van de Rue Haut ziet u een aantal opmerkelijke gebouwen. Dit geheel volgt niet de traditionele bouw in deze streek die onder 1 dak het woongedeelte en de bijgebouwen voor de landbouw herbergt.
In tegendeel zoals u ziet is voor de grote schuur een plaats die een opening heeft naar de weg en koets en paarden kan ontvangen.
Aanwezigheid van 5 kleine kamertjes in het huis, een zeer grote paardenstal, een tweede schuur die ermee in verbinding staat voor het hooi, doet denken dat het hier gaat om een post relais.