• Homepage
  • *
  • Français
  • English
  • Deutsch
  • Nederlands
  • *
  • Résidence Moullin le Cygne
Toerisme Moulin le Cygne

300 Artikelen over het toerisme in onze regio.

Vernieuw de homepage en U heeft wéér 50 nieuwe artikelen!

  • Home
  • Erfgoed
    • Dorpen
    • Steden
    • Kastelen
    • Hermitages
    • Architectuur
    • Wasplaatsen
    • Spoorwegen
    • Kerkhoven en ossuariums
    • Kerken en kapellen
    • Bedevaartsoorden
    • Abdijen en kloosters
    • Industrieel erfgoed
    • Religieus Erfgoed
  • Natuur
    • Dieren
    • Rivieren, bronnen
    • Natura 2000
    • Flora en fauna
    • Tuinen en parken
    • Kalkgras
    • Meer natuur
  • Kunst en Cultuur
    • Musea
    • Literatuur
    • Theater
    • Schilderkunst
    • Beeldhouwkunst
    • Glas in lood
    • Gastronomie
    • Restaurant
    • Locale produkten
  • Geschiedenis
    • Eerste Wereldoorlog
    • Verwoeste dorpen
    • Monumenten
    • Tweede wereldoorlog
    • Forten en bunkers
    • Kampen
    • Franse revolutie
    • Merovingers – Romeinen
    • Meer geschiedenis
  • Specials
    • Attractieparken
    • Brocantes en markten
    • Festivals
  • Actief
    • Fietsen
    • Wandelen
    • Auto
    • Trein
    • Varen
    • Fotograferen
    • Paarden
    • Zwemmen
    • Vissen
  • Architectuur
  • Dorpen

Bouwen in de Meuse

  • 5 juli 2017
  • 1302 Views

Een bijdrage van Johan Geerts – Brouennes

De bouwwijze van de huizen in de Meuse verschilt van de bouwwijze in het noordelijke deel van Europa, zoals Vlaanderen en Nederland.

Muren…….

Rijden we door de dorpen, zien we, in vergelijking met het noorden nog veel oude woningen.
De nieuwe woningen worden meestal gebouwd met betonblokken , een enkele muur, geisoleerd en bepeisterd aan de buitenzijde.
Vroeger werden schuren en huizen opgetrokken met stenen van de streek, uit de plaatselijke steengroeve in het dorp, of met de stenen die men vond op het veld na het ploegen, de zogenaamde “pierre de champ”. Op de hoeken , de uiteinden van de muur, in de deur- en raamopeningen, werden grote stenen geplaatst, die netjes gekantrecht waren. En getand verspringen in het metselwerk.
Het gros van de stenen was afkomstig van het veld ( pierre des champs), of haalde men bij de steengroeve in het dorp (pierre de taille). Men haalde ze in de groeve, of recupereerde ze waar ergens een ruïne stond van een boerderij, huis, een kasteel.
Om de muur te bouwen ging men als volgt te werk:
Een sleuf werd uitgegraven meestal breder dan de muur zelf, tot ongeveer 30 cm breder, met een diepte van een 50-tal cm. Bij deze graafwerken kwam het echt wel voor dat men dan al op rotsachtige ondergrond stootte, maar in de meeste gevallen is de ondergrond nog klei. Deze sleuf werd gevuld met stenen, een eerste laag, dikke (ca.15cm) en platte, grote stenen. De openingen tussen de stenen werden opgevuld met kleinere stenen en klei. De klei die hiervoor werd gebruikt was klei die werd uitgegraven en water aan toegevoegd, om een specie te verkrijgen. Eens de sleuf weer gevuld werden de hoekstenen van het gebouw uitgezet en geplaatst. In onze tijd is het heel belangrijk dat alle hoeken van een gebouw netjes haaks zijn. De oude metselaars hielden daar weinig of geen rekening mee, het was ook niet zo belangrijk voor het verdere verloop van het bouwwerk. We merken dit eigenlijk bijna altijd als we weer met een verbouwing of restauratie beginnen.
Eens de grote stenen geplaatst, spande men een koordje gelijk met de voorkant van de steen, en een gelijk met de achterkant van de steen. Dit was de “leidraad” voor het metselen van de muur. Langs beide zijden metselde men stenen die min of meer uitgezocht werden op hoogte; zodanig dat men lagen verkrijgt. De ruimte tussen de beide muren vulde men op met specie (“terre batu”) en kleinere stenen.
Om de beide evenwijdige muren met elkaar te verbinden gebruikte men verbindingstenen die een lengte hebben minstens de dikte van de muur, meestal 55 cm. Dikwijls waren deze stenen langer en en zien we ze nu nog altijd uitsteken uit de muren, zowel langs binnen als langs buiten.

In schuren vooral, vinden we ook takken die mee ingemetseld werden, ze steken uit de muur en worden gebruikt om bv gereedschappen aan op te hangen.
Op stellinghoogte worden gaten in het metselwerk gelaten , om meter ongeveer , om de horizontale dwarsbalken van de stelling in te laten dragen. Een meter buiten de muur kan deze dwarsbalk dan verbonden worden met een verticale paal dmv een koord. Zo krijgen we om de meter een steun om de planken
op te leggen. De dwarsbalken gaan met spieën vast in de muren ; de stelling is gereed voor gebruik.
Het uitzicht van een muur met pierre des champs of met pierre de taille is merkelijk anders.

  • In het eerste geval is de muur veel onregelmatiger, en hangt de netheid van de muur in grote mate af van de zorgzaamheid van de metselaars. ik heb muren gezien in pierre des champs die echt mooi zijn om naar te kijken; maar er zijn er andere die heel slordig werden uitgevoerd.
  • In het tweede geval was de eigenaar beter begoed, pierre des taille is gekantrecht en de voorkant, de zichtzijde dikwijls nog bewerkt, van gewoon rechtgehouwen tot bewerkt met hamer en beitel, met het tandijzer, de gradine in het frans. Deze oppervlaktebewerking die wij in het noorden niet kennen noemt men hier plaatselijk: smié ( ik hoop dat ik het goed schrijf). En is de bewerking die wij in de oude steenhouwerij kennen als de bewerking voor het tailleren. Maar niet gebruikt wordt als zichtwerk.

Op hoogte gekomen van de bovenkanten van raam-en deuropeningen plaatste men langs de buitenzijde een latei ( linteau ) in steen, een dikte rond de 17 cm, en een hoogte variabel naar hetgeen men vond in de steengroeve.
De plaatselijke steengroeven leveren geen echt lange lengtes, d.w.z. een lengte van 150 cm is al een mooie steen en al eerder zeldzaam als courant.
De rijkelijkere boerderijen kregen deuromlijstingen voorzien van profileringen, soms zelfs van ornamenten, en bijna altijd de datum. Dikwijls in romeinse cijfers. Voor de achterzijde van de deuropening gebruikte men een eikenhouten balk, en vooral in de oudere woningen voorzien van een gat. Dit gat was eigenlijk het scharnier van de deur. Aan de stijl van de deur maakte de schrijnwerker een pin van ca. 8 cm diameter die 10 à 12 cm boven de hoogte van de deur uitstak. Deze pin paste in het gat in de eikenhouten latei. Onderaan de deur zorgde de smid voor een pin in de deurvleugel die draaide in een gietijzeren plaatje.
Nu begrijpt iedereen dat zo een deur heel veel tocht geeft, ook daar werd iets op gevonden… de speling werd groot genoeg gelaten zodat het perfect mogelijk was de openingen vlot op te vullen met hooi in de winter om zo de vrieswind buiten te houden.

Omdat de muren opgebouwd werden uit terre batu, gestampte aarde, klei, was er het probleem van het drogen, het hard worden van het metselwerk. Wij met onze cementmortels bouwen, en hebben ’s anderdaags een muur die voldoende is uitgehard om op verder te bouwen zonder risico. De oude franse metselaars werkten met kleispecie, zonder toevoeging van kalk of cement.
We hebben de test gedaan door bij het afbreken van een muur de “terre batu” te verzamelen , nat te maken en er in te zaaien…. de bloemen zijn uitgekomen.
Nu weten we allemaal dat klei heel vettig is, heel dicht van structuur, wat na uitdroging een harde massa geeft. Zolang de klei niet hard is , is die heel samendrukbaar. Metsel nu een muur met onregelmatige stenen, het regent, al weken is het koud, er is geen zon om het metselwerk snel te laten drogen, en ondertussen gaan de werken maar door. Het is dan heel normaal dat de stenen onderling, zeker omdat ze onregelmatig zijn, tegenover elkaar gaan schuiven.
Zo komen hele stukken muur bol te staan, of zakken scheef, gaan overhellen . Valt er dan nog flink wat water bovenop de muur, duwt de natte klei de 2 evenwijdige muren nog uit elkaar. En dan nog een flinke portie vorst ….
We kunnen ons troosten met het idee dat het heel schilderachtig toont, maar het was zeker de bedoeling niet en het komt de kwaliteit van de muur niet ten goede.

Om het metselwerk langs de buitenzijde te beschermen eens de schuur of het woonhuis in gebruik, voegde men de muur op met kleispecie, dikwijls al vermengd met kalk. Daarna werd de volledige muur gekaleid, meestal in het wit, omdat kalk wit is. Wou men toch een kleurtje voegde men er aardkleuren aan toe, zelfs de assen uit de open haard werden gebruikt om te kleuren. Deze kaleilaag gaf een bescherming tegen slagregen in de winter. Regen haalt langzaam maar zeker de mortel van tussen de stenen, alleen langs de buitenzijde van de muur, waardoor na jaren de muur scheef naar buiten toe zakt. Let maar op bij het bezichtigen van huizen en boerderijen in de streek, in heel veel gevallen staan de gevels bovenaan naar buiten toe. Bijna altijd is dit het gevolg van het wegspoelen van de mortelspecie door de jaren heen.

Tags
  • bouwen
  • Meuse
Boerenmarkt,
Bière de Charmoy

Related Posts

Vos doet een plasje
  • Architectuur
  • Dorpen
  • jul 5, 2017
  • 1433 Views
Vos in het bos – webcam video
  • Architectuur
  • Dorpen
  • jul 5, 2017
  • 1269 Views
Wespendief – webcam video
  • Architectuur
  • Dorpen
  • jul 5, 2017
  • 1261 Views
Wilde kat webcam video
Tags
Ardennes Argonne Bar-le-Duc Begraafplaatsen België bos Brouennes Charleville-Mézières château Damvillers Dombras dorp dorpen Doulcon Dun-sur-meuse eerste wereldoorlog fietsen Florenville Han-lès-Juvigny hermitage kamp kapel kasteel kerk kerken kerkhof lavoir Maas Marville meer Meuse Montmédy monument Mouzay museum natuur Reims Sedan Stenay Verdun video wandelen wandeling wasplaats webcam
De laatste berichten
  • Curiosa van de Maas
  • De tuinen van Armelle
  • Lalo Céram – Keramiek
  • Zwembad Mouzon
  • Picknick
  • Les Grands Duc
  • Quatre fils Aymon – Bogny-sur-Meuse
  • Les Dames de Meuse
  • Chateau de Montcornet
  • Het atelier van Clothilde
  • Woinic, de sanglier
  • Het kleine strand van Vilosnes Haraumont
  • Zwemmen in de Maas – camping Paquis
  • fietstocht 26 km
  • Fietstocht 26 km
  • fietstocht 27,5 km
  • Fietstocht 39 km
  • Fietstocht 44 km
  • Fietstocht 44,3 km
  • fietstocht 47 km
  • fietstocht 62 km
  • Fietstocht 74 km
  • Fietstocht 80 km
  • fietstocht 82 km
  • Ga eens picknicken aan een meer
  • Museum Roger Sommer, het begin van de luchtvaart
  • L’Aérodrome SOMMER – vluchten met een ULM
  • Portes du Luxembourg
  • Arcades in Stenay
  • Wandelen door Mouzon
Toerisme Moulin le Cygne

Toerisme zonder grenzen in de vallei van de Meuse (Frankrijk) én ver daar buiten. Voor u bijeengebracht door Moulin le Cygne in Stenay.

  • Home
  • Contact
  • Sitemap
  • Résidence Moulin le Cygne
© 2017 All rights reserved | Betula Alba Studio.