Van de oorspronkelijke vesting van de jonkers van Commercy resten slechts de onderdelen van de buitenmuur, die aan het eind van de 17e eeuw opnieuw werden gebruikt als grondmuur van een prinselijke woning. De werkzaamheden werden gestart door de laatste jonker, de Kardinaal van Retz, die door Lodewijk XIV naar zijn landerijen was verbannen. Hier heeft hij zijn “Mémoires” geschreven die hem beroemd hebben gemaakt.
De Prins van Vaudémont is de ware stichter van het kasteel van Commercy. Hij kende de Hertog van Orléans goed, en gaf opdracht aan diens architecten Germain Boffrand en Nicolas Dorbay, die het kasteel zijn huidig uiterlijk hebben gegeven. Ook bedacht hij dat hij het kasteel in de stad kon laten overlopen, met het “Fer-à-Cheval” (hoefijzer) en de Avenue Stanislas. De koning van Polen heeft hier de twee zijvleugels aan laten toevoegen.
Keramiek- en Ivoormuseum
De gevel van het Keramiek- en Ivoormuseum, is geïnspireerd op de door Héré voor Stanislas ontworpen “Watervlinder”. Deze roept de pracht en praal van het prinselijk leven in Commercy terug in herinnering. Het Museum toont één van de grootste openbare collecties Europees en Aziatisch ivoor uit de 19e eeuw (gebruiks- en cultuurvoorwerpen, decoratieve beelden) en aardewerk en porselein uit de 18e en 19e eeuw.
Eugène Vallin werd benaderd voor de bouw van nieuwe apotheek in Commercy nadat hij het raadhuis van Euville had voltooid. Hij neemt de leiding over de gevel, het interieur en meubilair en maakt gebruik van de glasschilder Joseph Janin voor de levering van ramen en Charles Friedrich voor het (nu verdwenen) behang. De gevel is gemaakt van gelakte padauk (een Afrikaanse houtsoort) en binnen werd het padauk met was behandeld voor een mooiere structuur. Vele bijzondere details. De apotheek is tijdens openingsuren toegankelijk.