Het departement Meuse is wellicht één van Frankrijks best bewaarde geheimen, gelegen in de regio Lorraine (Lotharingen), tussen de golvende heuvels van de Champagne en de bergen van de Vogezen, met in het noorden de Ardennes, bevindt het zich in het hart van Europa. La Meuse vormde eeuwen lang de natuurlijke grens tussen Frankrijk en de rest van Europa. Een grens die zijn sporen heeft nagelaten. Mooie herinneringen in de vorm van prachtige architectuur. Denk aan de sierlijke renaissancestijl van Bar-le-Duc, de imposante versterkingen van Vauban en Séré de Rivières, de grootse stijl van de Graven van Lorreinen en hun zomerresidentie in Commercy. Ook conflicten waren nooit ver weg in de woelige geschiedenis van de Meuse.
Het was vanuit Vaucouleurs dat Jeanne d’Arc haar grote mars begon om de Franse Dauphin in Chinon te gaan steunen, en in Varennes werd de vluchtende Lodewijk XVI gevangen genomen, hooguit enkele meters verwijderd van de Oostenrijkse troepen die hem kwamen bevrijden.
Maar het is in Verdun dat de naam van Meuse nog het innigst verstrengeld raakte met tragedie en conflict. Gedurende een van de meest bloedige periodes van de Eerste Wereldoorlog werd de Duitse opmars in Verdun tot staan gebracht en uiteindelijk teruggeslagen. De strijd duurde 300 dagen, van februari tot december 1916, en meer dan 700.000 soldaten en Franse burgers werden hierbij gedood of verwond. De sporen zijn overduidelijk als je er rondrijdt. De golvende heuvels en velden zijn letterlijk gekraterd door de bombardementen.
Golvende akkers, sappige weiden
De weidse hemel boven,
de doorleefde aarde onder.
Een lappendeken van akkers,
die elk jaargetijde van kleur verwisselt.
Eindeloze velden omringd door witte meidoorn
en bebouwd met felgroene gewassen,
zachtgeel graan
en knalgeel koolzaad tot aan de horizon.
De rivier de Maas kronkelt
door een heuvellandschap
en passeert links en rechts
een indrukwekkend verleden.
Geschiedenis vermengt zich met flora en fauna.
De stilte van toen met de betovering van het heden.
De aarde doordrenkt met bloed en ijzer,
maar geeft weer leven aan bomen, bloemen en struiken.
De akkers schenken ons het graan, de maïs, de rogge en de tarwe.
Limousine koeien grazen in sappige weiden,
kalfjes dartelen door de beken en stroompjes.
En de sperwer loert, de buizerd wacht.
Hoog in de lucht de kraanvogels op weg naar het noorden.
En de ijsvogel is voor ons te snel om van zijn schoonheid te kunnen genieten.