De Eikelmuis komt bij ons in de omgeving en de tuin voor, maar wordt door zijn verborgen levenswijze zelden opgemerkt.
De Eikelmuis heeft een fraai, zwart gezichtsmasker. De bovenzijde van lichaam en staart is grijsbruin met een rossige glans, de onder zijde is zuiver wit. De behaarde staart eindigt in een zwartwit kwastje.
Deze middelgrote slaapmuis komt in Nederland hoofdzakelijk in de Zuidlimburgse hellingbossen voor; in Frankrijk is hij veel algemener. De Eikelmuis is veel minder aan echte bossen gebonden; zijn biotopen bestaan meer uit een combinatie van bomen, struikgewas, rotsen, muren en gebouwen. Dit milieutype vindt men veel in Frankrijk en Spanje, waar de soort wijdverbreid is. Hierbij past zijn voorliefde voor wijn- en boomgaarden om te foerageren en boom- en rotsholten als schuilplaats.
Net als de andere slaapmuizen is het een nachtdier en een uit stekende klimmer, maar hij komt meer op de grond dan zijn ver wanten. Ook is zijn menu anders, want hij heeft een voorkeur voor dierlijk voedsel. Hij eet o.a. huisjesslakken en insekten, en jonge vogels en bosmuizen benadert hij als een echt roofdier. Verder is hij dol op druiven en perziken.
Gewoonlijk werpt het wijfje slechts één keer per jaar, in de periode van mei tot juli. Meestal bestaat een worp uit vier tot zes jongen. Tussen hun dertigste en hun vijftigste dag spelen ze veel en maken ze hun eerste tochtjes buiten het nest; daarna zijn ze zelfstandig. Net als bij de relmuis duurt de winterslaap circa zeven maanden.
Eikelmuis Eliomys quercinus.
Maten: lichaamslengte 100-155 mm: staartlengte 80-145 mm: gewicht 50-120 gr
Voedsel: alleseter, vooral dierlijk voedsel, maar ook vruchten en zaden
Voortplanting: paartijd mei-augustus; draagtijd 21-23 dagen; jaarlijks 1-2 worpen van gemiddeld 4-6 jongen
Bijzonderheden: cultuurvolger, vooral in wijn en boomgaarden
Tekst en tekeningen uit Readers Digits ‘Zoogdieren’.