In de 19e eeuw werden er in Frankrijk in het kader van de verbetering van de openbare hygiëne talrijke wasplaatsen, drinkplaatsen en waterbekkens gebouwd.
Deze wasplaatsen bieden een scala van eenvoudige architectuur en vertederende schoonheid. Een rijkdom aan diversiteit met accessoires die vooral het harde werken van de vrouwen in de 19e eeuw symboliseren. De omschrijving is aangevuld met toeristische routes.
Schoon en helder water wordt steeds schaarser in onze wereld, is in grote delen van Frankrijk nog volop aanwezig en stroomt uit de heuvels, langs de rotsen en borrelt omhoog in de velden.
Door de eeuwen heen werd er door vrouwen gewassen in de open lucht.
Het wasgoed werd gewassen door op een steen te slaan, te boenen en te wrijven, bijvoorkeur aan de hoge oever van de rivier waar de stroming het sterkste is. Soms hadden de wasvrouwen draagbare knielbanken, de 'chabot', opgevuld met stro of oude vodden, open aan één kant. Geleidelijk werden de wasstenen aan de oever vervangen door langwerpige speciaal voor het wassen van het wasgoed gemaakte en geplaatste platte gladde stenen, die parallel gelegd werden aan de waterlijn, soms onder een overkapping. Deze overkappingen waren noodzakelijk en wenselijk om de vrouwen te beschermen tegen de sterk wisselende weersomstandigheden.
Maandag, wasdag.
Het wassen van het wasgoed is een grote onderneming. Het vuile wasgoed wordt op zolder of in de schuur neergezet in afwachting van de wasdag. De wasvrouw bezat (of huurde!) een grote platte steen aan de rand van de rivier, het meer of de beek. Dat was haar werkblad.
Verder heeft ze een kruiwagen, een zinken of houten ton en een rieten mand, een wasbord en een wasstamper (houten spatel) om de was mee schoon te slaan. De was wordt gedaan door de vrouw des huizes, een bediende of een 'professionele' wasvrouw. Het beroep van wasvrouw kwam aan het begin van de 20e eeuw veel voor. De wasvrouwen wasten, steven en streken het wasgoed van de gegoede families. Met grote manden of tonnen werd het wasgoed met de kruiwagen opgehaald om het veelal aan de rivier of in de wasplaats te gaan wassen. Rokken omhoog en de mouwen opgerold, dan kon het werk beginnen.
Eerst werd het wasgoed nat gemaakt en in kleine stapels op de stenen neergelegd, vervolgens werden de stukken wasgoed stuk voor stuk ingezeept. Om het vuil goed te kunnen verwijderen werd het wasgoed op de steen schoon geslagen met een stamper en met een borstel bewerkt. Daarna werd het gespoeld en hielpen de vrouwen elkaar met het uitwringen van de grote stukken door ieder aan een kant het stuk wasgoed te draaien. Om het wasgoed te bleken werd het uitgespreid op het gras of de stenen en regelmatig besprenkeld met water.
Wasplaatsen
...te laag water in de zomer gevolgd door overstromingen in de winter...
dan moesten de vrouwen kilometers lopen om een gunstiger plaats te vinden. Men bleef oplossingen zoeken voor het veranderlijke niveau van de rivier: wasplaatsen met banken/treden, met beweegbare vloeren, op een boot. Én er werden wasplaatsen gebouwd die gevoed werden door een constante bron.
De bron
Daar waar niet beschikt kon worden over stromend water als een rivier of beek werd gebruik gemaakt van een bron. In de feodale tijd, de tijd van de Lodewijken, waren deze bronnen veelal eigendom van de plaatselijke adel. Niet beschikbaar voor het gewone volk.
Pas met de franse revolutie worden de bronnen onteigend en beschikbaar gesteld aan de bevolking en kon begonnen worden met het aanleggen van wasplaatsen en waterbekkens. Maar ook hier gold nog steeds: stroomafwaarts werd het water vervuild.
Vele wasplaatsen vragen nog om restauratie, kleine juweeltjes die in ere hersteld zouden moeten worden.
Een voorbeeld is Juvigny-sur-Loison, een prachtig klein lavoir met een in deze regio uniek zinken dak, maar volledig vervallen.
Vele wasplaatsen die de afgelopen decennia zijn gebruikt als schuur en kippenhok zouden gerestaureerd kunnen worden. Met wat aandacht en moeite kan het hart van het lavoir: t.w. het bassin en het water, weer gaan kloppen.
Dan zijn er nog de wasplaatsen, wel en niet gerestaureerd, die met een slot worden afgesloten waardoor de bezoeker slechts de buitenkant kan bewonderen.
En we missen nog te vaak het bordje met 'lavoir' waardoor de onwetende toerist deze mooie bouwwerken nooit zal leren kennen. Zo heeft Mouzay twee goed behouden en mooie wasplaatsen, maar geen toerist heeft ze ooit gezien! Maar ode aan de gemeentes die van hun wasplaats een waar monument hebben gemaakt. Goed onderhouden, toegankelijk en zelfs met verklarende informatie
De geschiedenis van de wasplaatsen, de bouw van de lavoirs, waterbekken en fonteinen, de hygiëne, de wasdag en nog veel meer informatie vind u op de website: http://www.moulinlecygne.com/lavoir/
Inhoud van de website: