De kerk van de heilige Petrus dateert uit de 12e eeuw. Verschillende aanpassingen zijn zichtbaar.
De klokkentoren met het zadeldak is behouden gebleven.
De poort is versierd met een geveldriehoek uit het begin van de 19e eeuw. Het gemeente kerkhof ligt er nog steeds omheen.
In de Rue d’Eglise decoreert een eucharistiecast de muur van de voormalige pastorie. (het huis direct achter de kerk, de nis boven de deur)
Langs de hoofdstraat functioneert de wasplaats uit 1789 nog, twee grote drinkbakken herinneren aan het komen en gaan van koeien en paarden.
Het is niet eenvoudig om Petit Verneuil te leren kennen. De oudste woningen strekken zich langs deze hoofdstraat uit of zijn te vinden in stegen en straatjes.
Het is niet echt een straatdorp. De inwoners schijnen veel ruimte te hebben gehad om te bouwen. Het is ook zo dat het dorp werd verwoest tijdens de 30-jarige oorlog en de pest en in 1636 verlaten. Pastoor Jaques Pognon kwam er 10 jaar later terug met 3 inwoners. Ten tijde van de revolutie waren er slechts 34.
Bij de ingang van het dorp aan de kant van Grand Verneuil contrasteren kleine lage huisjes zonder bijgebouwen typische arbeiderswoningen met de voorgevel van de boerderijen in streekstijl met een grote gewelfde karrenpoort.
Ondanks de restauraties zijn vele lateien nog gedecoreerd en gedateerd.
De kopstenen, grote uitstekende stenen die de muren in deze streek verbinden zijn duidelijk zichtbaar.
Tegenover de wasplaats is een Duitse inscriptie zorgvuldig bewaard.
Op een grote schuurdeur “heu mag.2 “ oftewel hooi, magazijn 2. getuige van de Duitse bezetting in 1914-1918.
Het Ruelle du Convent herinnert eraan dat het dorp toebehoorde aan de abdij van Juvigny.
Het laatste huis rechts richting Thonne-la-Long dateert uit 1751. Misschien werd hier de tiend geïnd.
Momenteel groeit het dorp uit over de hellingen achter de boomgaard. Er zou ook een Ermitage de Lanaux moeten zijn, gebouwd door Pastor Pognon, maar die heb ik nog niet gevonden.
Overgenomen uit het audiosysteem van Montmédy-Marville